De Verwanten

VRIJ EN VERBONDEN IN INNERLIJKE VERWANTSCHAP. De Verwanten wil een podium geven aan het idee over ziel en geestverwantschap. Over in relatie zijn met ons-zelf, de ander en alles wat ons omgeeft.

Het Ontwaken

schildering Leonie

Het Ontwaken

Ik ben opgegroeid in zuid Limburg in een klein dorpje tussen de heide, bossen, klaterende beekjes en uitgestrekte landerijen. In de morgen werd ik wakker door het gekraai van de hanen en de boerenkarren die,  getrokken door paarden, klikklakkende voorbij ons huis kwamen, en Klokgelui… waarvan meneer pastoor mij vertelde dat ze ons toeriepen: “kom kom kom!”
Ik leefde als vanzelfsprekend tussen de boeren die zaaiden en oogsten en zag hoe ze bij mooi weer het hoge gras maaiden dat later op schoven werd gezet. Weer in een later stadium werd het hooi op boerenwagens naar de boerderijen gebracht.
Bijna ieder gezin had minimaal één varken en in de slachttijd werden daar worsten en hammen van gemaakt, zo ook door mijn moeder, alles werd daarna op stokken gehangen aan de zolder om te drogen. Er werd ook groente en fruit ingemaakt in glazen potten en die werden dan in de kelder op planken gezet, als winter voorraad.
Was er iemand in ons dorp ernstig ziek dan gingen alle inwoners van het hele dorp bidden bij het Maria kapelletje en er werd een mis gelezen voor zijn of haar zieleheil.
Alles was ingebed in een dagelijks natuurlijk terugkerend ritme.image1

Overdag was ik graag op de heide, die vlak bij ons huis was. Daar waren ook helder stromende beekjes en salamanders die ik door mijn vingers heen liet zwemmen en de kleine zwarte guppy’s deed ik in jampotten. De aarde kleurde daar rood en de rode klei gebruikte ik om figuurtjes mee te boetseren.
Soms kwamen er Ruiters langs op hun paarden, even doorbraken ze dan mijn spel totdat ze in galop voorbij waren gereden. Meestal vergat ik de tijd en speelde totdat dorst en honger mij naar huis deden keren.

Ik leefde in een magische wereld. Mensen verschenen aan mij met een dubbel gezicht, gezichten waar een ander gezicht uit opdoemde. Mensen hadden ook geuren: het juffie van de kleuterklas verspreidde een aangename geur, ik was graag in haar nabijheid. Er was nog geen binnen nog buiten er was geen woord voor geluk, ik was het geluk zelf, ik was alles in één.
Lopen deed ik niet, nee….ik huppelde van de ene plek naar de andere.

In de nacht begon voor mij een ander leven: ik hoefde alleen maar in mijzelf binnen te gaan en dan kwamen de nachtmensen, die alles deden wat ik aan hen vroeg: ik gaf ze namen en droeg ze rollen op die ze moesten spelen, één van hen had de leiding en we spraken met elkaar in gedachten. Iedere avond trof ik ze wachtend aan.

Op een morgen huppelde ik naar buiten om te gaan schommelen in de achtertuin, voor de schommel hield ik halt, ‘iemand’ gelaste mij naar de lucht te kijken, met een onbestemd gevoel richtte ik mijn blik omhoog. Aan de hemel zag ik een schaduw, een schaduw die langzaam alles begon te omvatten, een woelige storm stak op en rukte woest aan de bladeren van de bomen.
Takken, nu ontdaan van alle groen, stonden zwart geblakerd afgetekend tegen de almaar meer pikzwart wordende hemel! Langzaam bereikte het mij, daalde op mij neer, een koude stroom met zich image2meevoerend… verstijfde mijn lichaam en zoog alle licht uit mij. Ik ontwaakte in leegte en in grote droevenis.

Deze leegte omvatte mij, ik wist nu mijn geluk verloren, alles was doortrokken met een grauwsluier, alles stond in een glansloos licht, lelijk en zielloos.
Ik zag kinderen hinkelen en vrolijk spelen, ik nam hen waar vanuit afgescheidenheid, niet meer huppelend maar lopend keerde ik mij van hen af.
De dagen erna werd ik ziek,  zo ziek dat de dokter er bij geroepen werd. Deze onderzocht mij en daarna hoorde ik hem tegen mijn moeder zeggen: “dit kind is schoolziek” en ik dacht….. “zo dat is het dus wat mij mankeerde”, het woord schoolziek begreep ik toen nog niet!  Ik vroeg dan ook wanneer dat over ging? Daar werd om gelachen en ik begreep niet waarom ze daarover konden lachen, vervolgens werd ik weer naar school gestuurd.

Vanaf dat moment begon voor mij een zoektocht naar de verloren gegane wereld. Een wereld die ik zocht in alle ervaringen, een wereld die moeizaam ontdaan moest worden van dat wat het niet was. Ik was opeens ook een meisje, voorheen was ik nog meisje nog jongen geweest, mijn voornaam werd in mij wakker, daarvoor kende ik geen naam. In alles trof ik de tweeheid aan waar eerst nog eenheid heerste. Mensen zochten contact via woorden die ik niet verstond. Ik voelde mij geplaatst tegen een overmacht aan uiterlijke beelden en indrukken.
In de nacht waren de nachtwezens verdwenen, maar ik kon wel nog in gedachten spreken met het nachtwezen dat vroeger leiding gaf. Antwoorden gaf hij niet, maar wel kracht en troost.

Zo werd ik van kind tot jonge vrouw en van jonge vrouw tot moeder, steeds weer de verbinding zoekende met het verloren gegane licht. Toch beleefde ik ook tijdens vele ervaringen en moeilijke levensomstandigheden een zekere leiding die mij er op gegeven momenten doorheen haalde.
Een moment wil ik wel delen, een moment dat er een groot keerpunt kwam:

Tussen waken en slapen, bevond ik mij opeens tussen gesluierde witte wezens. De ruimte waar ze liepen was heel hoog met witte ornamenten en grote witte zuilen. Het geheel maakte een Griekse indruk zoals afbeeldingen uit de tempels van de Griekse goden. Ik zag opeens ook een deur… groot en wit. Deze deur ging open en een zwarte rijzige figuur trad binnen, hij was van een afschrikwekkende strengheid. Hij begon tussen de witte wezens door te lopen, er werd blijkbaar van mij een keuze verlangd. Ik overlegde in mijzelf, …als ik voor de witte koos dan zou mijn leven image1-4gemakkelijker worden, koos ik voor de zwarte dan zou mijn weg veel te dragen geven. Uiteindelijk  koos ik diep vanuit mijn wezen voor de zwarte …..en nog voor mijn gedachte was uitgesproken waren de witte wezens verdwenen .
Het zwarte wezen kwam naar mij toe lopen, zijn gestrengheid voelde als een zwaard, ik moest knielen mijn hoofd buigen, en terwijl hij achter mij langs liep raakte zijn mantel mij even aan. Vervolgens  ging hij voor mij staan en stelde mij een vraag…..,  op deze vraag gaf ik het antwoord: …”JA IK WIL” …..toen werd ik weggeslingerd in de ruimte en hervond mij diep aangedaan terug in mijn bed, mijzelf afvragende waar ik ja op had gezegd.

Jaren later pas werd mij al meer en meer duidelijk wat ik daar op dat moment gezworen had: niet het Licht te zoeken voor mijzelf maar het Licht te willen zijn, het duister moedig te dragen en te helpen het te verlichten. Daardoor werd mij langzamerhand ook steeds duidelijker waarom ik zoveel doormaakte: de tweeheid zo tot een eenheid te brengen gaat eerst door het duister van de aarde heen.
Deze eenheid is een bewuste weg naar een groter geheel van leven in broeder en zusterschap en waar geen enkel wezen mag achter blijven

In verbondenheid .
Leonie Heine

Zie ook Nieuwe Column. 01.02.2015 van Leonie: Van tasje naar weefgetouw

(Totaal aantal bezoeken: 490, 1 bezoekers vandaag)
  • Schrijf je in voor de maandelijkse nieuwsbrief van De Verwanten!

Comments are closed.

(12 Reacties)

  1. Leonie, wat heb je dit prachtig met zoveel schoonheid geschreven!

    • Ach,wat leuk dat ik jou hier tref Fredie.Je weet waarschijnlijk dat ik mijn Facebook account heb opgezegd ? Ik zag dat medium niet meer zo zitten. Dank voor je reactie en ik hoop dat het daar goed met je gaat in dat verre land.
      Leonie

  2. walter hebing

    31 januari 2015 om 03:24

    Hallo Leonie, je hebt je kindertijd mooi onder woorden gebracht, al zal het niet de hele lading dekken. Immers op de heide leefde hagedissen en hazen. in de hagen meikevers,...
    Lees meer

    Hallo Leonie, je hebt je kindertijd mooi onder woorden gebracht, al zal het niet de hele lading dekken. Immers op de heide leefde hagedissen en hazen. in de hagen meikevers, kortom het dierenrijk was volop vertegenwoordigd in bos, hei, duinen, sloten, vennen, op de weide en in het koren.
    Ik ben weliswaar een zoon van een boerendochter, maar ben opgegroeid in een volksbuurt van een dorp, wat rijkelijk omgeven was door bos, duinen en boerenlanderijen. Mijn oudste broer(tien jaar ouder) had het pad naar het bos en de duinen al met zijn buurtkinderen gesmeed. Ik hoefde alleen maar in zijn voetsporen te treden, de buurtkinderen kwamen vanzelf! Een heerlijke kindertijd en hoe we als kinderen tegen volwassenen aankeken, bespraken we als kinderen ter plekke.
    Wij hadden een non als kleuterleidster, die gewoon een pleister plakte op de monden van kinderen die naar haar mening te veel spraken, nadien kwamen de fraters en de meesters, die orde en tucht in de klas hielde met linialen en stokken.
    Ik ben er weliswaar nooit schoolziek van geworden, maar mijn innerlijk zei: Dat het niet strookte met mijn kinderlijke ziel. Wel weet ik dat we elke dag weer juichend naar huis snelde, naar moeder voor een kopje thee, om weer snel met elkaar op straat of aan de rand van het bos te kunnen spelen, immers de dag was weer bijna om.
    In wezen is schooltijd een rover van kindertijd, mijn dochter(nu dertig) deed me een paar jaar geleden er een aardig artikel erover toekomen. Zelf heb ik mijn kindertijd twee keer mogen herbeleven, namelijk toen ik op mijn dertigste aan de Sociale Academie studeerde en zowat dagelijks met de kinderen uit mijn buurt waar ik nu woon het bos en velden introk, om mijn hond uit te laten en op mijn veertigste toen ik zelf vijf kinderen verwekt had. En ging beseffen hoe moeilijk het is als ouder, dag en nacht het licht in je tot uiting te brengen ten opzichte van je vrouw en de kinderen.
    Ik heb nu een paar jaar een nieuwe buurvrouw, ze brengt haar kind(anderhalf jaar) af en toe naar mij om er voor een uurtje op te passen, dan kan ze met haar tweede kind ongestoord naar het consultatie bureau. Ongelooflijk wat zo’n anderhalf jarig kind, je allemaal wel niet laat ontdekken in je eigen huis en je eigen tuin?
    Het liet zien hoe kindonvriendelijk ons huis geworden was, sinds onze kinderen volwassen zijn geworden, ook hoe teder het met de planten en de dieren rondom huis omging. Kortom een aanzet tot de derde herbeleving van mijn kindertijd. Echter de tijd moet je er wel voor nemen, het is in stilte geduldig wachten en de wonderbaarlijkste momenten ontwaren zich voor je! Niet voor niets sprak Jezus deze woorden:” Eens zal de oude grijsaard aan een kind van jonger dan zes dagen vragen waar de plek van leven is”? Elk kind komt uit een groter geheel, het kosmisch geheel! Onze kinderspeelplek op aarde werd me plotseling voor een deel ontnomen door de Efteling. In het begin namen we ’n nijptang mee om ons toch toegang tot ons speelterritorium te verschaffen, echter na een paar maanden werden we betrapt en dreigde met van alles en nog wat. Als we op deze manier de Efteling zouden betreden, ik wilde de confrontatie wel aan, maar het gros van mijn vriendjes en vriendinnetjes lieten het afweten. Waarom moeilijk doen over ’n deeltje van ons territorium als we nog volop kunnen avonturen in het overige deel?
    Als ik er nu over terug denk, denk ik dat op deze plek iets ontwikkeld is, wat een kind van zijn fantasie en nieuwsgierigheid ontroofd! Alhoewel ik de Efteling nog steeds gebruik om standaard gesprekken te ontvluchten, ik ben nu zeventig!
    In mijn pubertijd vroeg nagenoeg elk meisje waarmee ik in de stad danste: Waar kom je vandaan? Uit Loon op Zand! Oh! hoorde ik dan! Het bleef dan verder stil. Ik dacht ze weet ofwel niet waar Loon op Zand ligt, ofwel ze vindt dat ik uit een minderwaardig gehucht kom. Ik vond een uitweg, namelijk als een meisje vroeg waar kom je vandaan? Antwoordde ik: Van een plek waar ik niet naar terug kan!Sommige snappen dat meteen andere doen er een tijdje over. Waar ben je dan geboren is de volgende vraag? Waar jij vroeger met je moeder aan het handje liep! gaf ik dan als antwoord. Zowat negentig procent van de Nederlandse meisjes moest dat toegeven, nu zowel in heel Europa als ze in Nederland zijn geweest.
    Voor mij leverde dat in mijn pubertijd genoeg gespreksstof op, om het vrouwelijk geslacht wat beter te leren kennen, in wezen ook het mannelijk geslacht, die me objectief willen vastpinnen in het oord waar ik geboren ben!
    Echter in dat oord heb ik veel beleefd, die mijn verstand te boven gaan, echter mijn ziel en zaligheid is nog steeds met dit oord begaan, vandaar dat ik me op deze site begeef! Ik voel me overal thuis op de aarde en dat gevoel heb ik tijdens mijn jeugd in Loon op Zand verkregen. In jouw introductie spelen de dieren nog een rol, wat te denken van mijn kinderen, die in het bos een grote wildernis zien, waar geen dier te ontdekken valt?
    Wat dat betreft zijn we een planeet van de dood aan het creëren, terwijl we geschapen of ontwikkeld zijn om als rentmeester van alles wat leeft te regeren. Mijn vrouw heeft me vijf kinderen geschonken, maar ik heb geen licht om ze het pad te wijzen, wel het licht om ze te laten zijn.
    Tot zover
    Vriendelijke groet
    Walter Hebing

  3. Achter het manicheïsche grondbeginsel over goed en kwaad ligt er een kosmische mythe. De mythe verhaalt hoe eens de geesten der duisternis het Lichtrijk wilden bestormen. En zij kwamen inderdaad...
    Lees meer

    Achter het manicheïsche grondbeginsel over goed en kwaad ligt er een kosmische mythe. De mythe verhaalt hoe eens de geesten der duisternis het Lichtrijk wilden bestormen. En zij kwamen inderdaad tot aan de grens van het Lichtrijk, maar tegen het Lichtrijk zelf vermochten zij niets. Om die daad van agressie wilde het Lichtrijk nu de geesten der duisternis bestraffen, maar in het Lichtrijk was er niets kwaadaardigs, er was alleen maar goedheid. Daarom konden de geesten der duisternis slechts bestraft worden met iets goeds, en de geesten van het Lichtrijk namen een deel van hun eigen wezen en vermengden dit in het rijk der Duisternis …

    “De diepe zin die in deze legende ligt” zegt Rudolf Steiner (in GA 93), “is dat het Lichtrijk niet door straf maar door mildheid zal overwinnen; niet door het boze te weerstreven, maar door zich met het boze te vermengen, om dit laatste als zodanig te verlossen. Doordat een deel van het licht in het boze binnendringt, wordt het boze getransformeerd tot het goede.”

    • Dank Kees voor deze verhelderende uitleg die het nog op een andere wijze misschien toegankelijker maakt. Wat de muziek betreft …. we hebben allen zo onze mooie herinneringen aan onze kindertijd.
      Groet Leonie
      P.S joedelahietie hoe was het toch in Oosterijk

      • De herinneringen aan ons kindzijn,in een zonneglans, de onschuld. Ja we verlangen ernaar terug terwijl we volwassen geworden zijn. Gelukkig hebben we deze herinneringen nog als bewijs dat die sfeer echt bestaan heeft. Als mens maken we in het kort de ontwikkeling van de hele mensheid mee. Dat is zo voor alle embryologische voorgeboortelijke fases,maar ook na de geboorte, de incarnatie in het vlees. Eens komt er in het paradijselijke kleine kind de fase dat het ook de zondenval moet herhalen, dat kan bijvoorbeeld het eerste kleine leugentje zijn als Jantje een snoepje gepikt heeft als moeder dat verboden heeft. Als moeder dan vraagt of het kind het snoepje gepakt heeft, antwoord het kind ontkennend. Daarna komt zoals hierboven meermaals aangehaald de intellectuele zondeval. Het licht dooft. Kerstmis herinnert er ons aan dat we dat kind weer kunnen worden met behoud van onze zelfstandigheid en ons denken,maar dat denken moet dan wel eerst weer gelouterd worden,.

        • walter hebing

          2 februari 2015 om 03:33

          Hallo Cheese
          Het kind is zelf het product van de zondeval van Adam en Eva(het vrouwelijke en het mannelijke), noch een vader of een moeder kan een kind betrappen op een zonde jegens de goddelijke kern in het kind. Precies daarna zijn we op zoek.
          Groetjes Walter Hebing

        • Een wereld zonder God ,of hoe je het ook benoemen wil,zou onverdraaglijk zijn! Alles wat ik denk of voel is compleet zinloos.
          Een intelligent mens zou gelijk een eind aan zijn leven maken.
          Dat denken zou een ware kwelling zijn voor de ziel.
          Dus is het een zegen dat we weet hebben van deze andere wereld!
          Dank Kees.

  4. Roept veel herinneringen op aan mijn eigen kinder-zonnetijd.
    Lees meer

    Roept veel herinneringen op aan mijn eigen kinder-zonnetijd.

  5. Mooi om dit te lezen Leonie en heel herkenbaar. Ik speelde vroeger altijd met mijn honderd vriendjes en ging daar totaal in op. Ik had niemand nodig en speelde uren...
    Lees meer

    Mooi om dit te lezen Leonie en heel herkenbaar. Ik speelde vroeger altijd met mijn honderd vriendjes en ging daar totaal in op. Ik had niemand nodig en speelde uren onafgebroken in mijn magische wereld. Buiten deze wereld had ik niemand nodig, ik leefde in een onafgebroken blijheid.
    Tot het moment dat ik het aan iemand vertelde en die mij vragen ging stellen:”hoe kan dat nu al die vriendjes, waar wonen ze en wie geeft ze eten, enz.”.
    Van het een op het andere moment werd ik in het denken gedwongen, ik heb ze nog even denkbeeldig geplaatst in een flat in aanbouw, maar de magie was verbroken en ik was een denkend wezen geworden.
    (i.o.v.)

    • Marlene ik kan je niet zeggen hoe bijzonder ik jou reactie vind . We kennen elkaar ook persoonlijk en nooit hebben we hierover iets geweten van elkaar . Dank voor deze reactie vooral omdat jij maar sporadisch iets op internet doet .

    • Bijlage:

      Ik ken ook een gelijksoortige beleving van een vroege kindertijd dat alles licht en één was. Mijn herinneringen gaan ver terug en ik heb er mijn verdere leven heimwee naar gehad.
      Op een dag echter was ik bij een vriendje die in de buurt van een kerkhof woonde en ik zag een zwarte begrafenisstoet aankomen met daarboven zwarte kraaien, tenminste zo is de herinnering. Dood bestond daarvoor nog niet en het was net of de zwarte stoet mij in zich opnam en mijn geluk van mij afpakte en ging begraven op het kerkhof.
      Vanaf dat moment deed het denken zijn intocht en was er niet meer alleen licht en leven, maar ook duisternis, ziekte en dood.

© 2024 De Verwanten

Website door DunicoBoven ↑

Translate »