De Verwanten

VRIJ EN VERBONDEN IN INNERLIJKE VERWANTSCHAP. De Verwanten wil een podium geven aan het idee over ziel en geestverwantschap. Over in relatie zijn met ons-zelf, de ander en alles wat ons omgeeft.

HET MANICHEÏSME

Unknown-49

*Manicheïsme, Rozenkruisers en Antroposofie: drie wegen naar hetzelfde doel, alle drie zijn zij in het leven geroepen om de ware christelijke broederliefde op aarde te grondvesten. Enkel de vorm is verschillend, omdat dit streefdoel over een grote tijdruimte loopt en de tijdgeest van de op elkaar volgende cultuurperiodes steeds een ander karakter vertoont.
*Manicheïsme als oerketterse stroming van de liefde
*De Manicheïsche geestesstroming heeft reeds in het begin van onze jaartelling het fundament gelegd voor haar toekomstige opdracht, nl. het kwade niet te veroordelen of te verdrijven maar om te vormen tot het goede.

Mani (of Manes) werd in 216 n.C. geboren in de buurt van Ktesiphon, in het toenmalige Mesopotamië (nu Irak). Op 24-jarige leeftijd ervoer Mani hoe zijn hoger Ik ontwaakte; dit hogere Ik was zelf verbonden met een hoog geestelijk wezen dat aan Mani een bepaalde macht verleende. Sedertdien beschouwde Mani zichzelf als de Parakleet, de Heilige Geest die troost brengt, en wiens komst door Christus voorspeld was:

“Nog veel heb ik u te zeggen, maar gij kunt het nog niet dragen. Doch wanneer Hij komt, de Geest der Waarheid, zal Hij u wijzen de weg tot de volle waarheid. Want Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar wat Hij hoort zal Hij spreken en het komende zal Hij u verkondigen. Hij zal mij openbaren, want uit mijn wezen zal Hij nemen wat Hij u verkondigen zal. Alles wat de Vader in zich heeft, leeft in mij. Daarom heb ik u gezegd: uit mijn wezen neemt de Geest wat Hij u verkondigen zal.” (Joh. 16:12-15)

Mani zag hoe het Christendom verstarde en in wetten en dogma’s gegoten werd; hij voelde zich daarom geroepen om een eigen christengemeenschap op te richten, gebaseerd op zuiverheid, rechtvaardigheid, mildheid en goedheid. Aanvankelijk kende deze christengemeenschap een grote bloei, tot ver buiten de grenzen van het Perzische rijk, mede door de toestemming van de toenmalige heerser Shapoer I. Na de dood van deze laatste voerde diens opvolger opnieuw de streng-orthodoxe kerkleer in, en Mani en zijn aanhangers werden vanaf dan vervolgd. Mani zelf stierf rond 276 de marteldood.

Na een periode van zwijgzaamheid, in het jaar 240 op zijn 24e jaar, zegt Mani uiteindelijk tot de Joods-Christelijke Elchasaïten, (bij wie hij zijn jeugd doorgebracht had,) dat zij zich niet kan houden aan de geboden die de Heiland geleerd heeft. Christus heeft met reinheid niet de reinheid bedoeld die ontstaat door het dagelijks dopen van het lichaam in het water van de rivier, maar de reinheid die ontstaat door de Gnosis; door het onderscheiden van licht en duisternis in de menselijke geestziel. Mani houdt de Elchasaïten voor dat zij niet meer leven naar de leer van de inspirator van hun eigen beweging, Alchasaios, want die had in zijn eigen leven ondervonden dat de aarde het vlees en bloed van de Christus is. Terwijl de Elchasaïten in de veronderstelling zijn met hun dooppraxis Christus te dienen, weten zij niet dat, doordat zij het kwaad niet primair in de eigen ziel overwinnen, maar aan het water overgeven, zij de aarde als het lichaam van de Christus beschadigen.

De woorden van Mani hadden voor hemzelf een onverwacht effect: hij was genoodzaakt de vertrouwde gemeente van de Joods-Christelijke Elchasaïten onmiddelijk te verlaten. De Elchasaïten hadden geconstateerd dat Mani blijk had gegeven voorkeur te hebben voor het Grieks-Christendom van Paulus, die in hen ogen afgeweken was van het ware geloof. Het is aannemelijk te veronderstellen dat Mani bij deze oriëntatie ook de filosofie van Marcion en Barse sanes heeft leren kennen.

Om zijn eigen leer te verkondigen, reist Mani van Armenië naar India en van India naar Perzië, waar hij aan de pas gekroonde keizer Sâpûr I een compendium van zijn denken aan biedt: de Shâbuhragân. Het is opvallend dat in dit (in het Middel-Perzisch geschreven) werk de *eschatologische Jezus beschreven wordt met de woorden uit het evangelie van Mattheüs over het Jongste Gericht.

De wereldreligie van Mani was een van de grootste religieuze stromingen naast het zoroastrisme en het christendom. Mani stelde dat Laozi, Boeddha, Zarathustra, Hermes Unknown-3Trismegistus, Plato en Jezus boodschappers van God waren en hijzelf de beloofde verlosser. Het manicheïsme pakte diverse elementen uit verschillende godsdiensten op en wordt daarom soms als een *syncretistische godsdienst gezien. Zo kon het zich goed aanpassen aan zijn omgeving. Aan de oostelijke grens van het Romeinse Rijk namen christelijke elementen een grote plaats in terwijl in India deze vrijwel geheel verdwenen en daarvoor in de plaats andere, meer boeddhistische elementen opdoken.

In het door Mani verkondigde religieuze stelsel, dat beïnvloed was door de joods-christelijke sekte van de Elkesaieten, misschien ook door het *Mandaeïsme, het gnosticisme en andere richtingen, werd een algehele tegenstelling geleerd tussen licht en duisternis, tussen goed en kwaad, tussen ziel en stof. In dit gnostisch dualisme zag Mani zich als de door Jezus beloofde definitieve openbaarder. Mani vroeg van zijn aanhangers strenge ascese en vegetarisme. Via redelijk denken kon de ziel terugkeren naar het licht. Er was een uitgebreide mythologie, maar de vraag naar het kwaad werd niet beantwoord

Het manicheïsme is de eerste grote synthese van de wereldreligies geweest en het is waarschijnlijk daardoor dat het manicheïsme in korte tijd een wereldreligie is geworden van de Atlantische tot aan de Stille Oceaan. Naar gelang de regio waar het manicheïsme zich ontplooide, kon de plaats van Jezus ook worden ingenomen door Boeddha, Marcion, Zarathustra of anderen.

In de manicheïstische levensbeschouwing staat een goddelijk rijk van het Licht tegenover het rijk van de Duisternis, er is dus sprake van een vorm van dualisme. Beide machten zijn in onderlinge strijd verwikkeld, waardoor delen van het Licht door de Duisternis zijn “gevangen” en in de wereld zijn ingesloten. Doel is om het Licht te bevrijden. Wanneer levende wezens worden gedood, zelfs wanneer fruit wordt geplukt, wordt het Licht verwond en de gevangenschap ervan in de wereld verlengd. Voortplanting draagt eveneens bij aan het lijden van de substantie van het Licht.

De *eschatologie van het manicheïsme bestaat uit een komende Laatste Oordeel, waarin Licht en Duisternis voor eeuwig van elkaar worden gescheiden.

Ethiek
Bevrijding van het Licht betekent voor manicheïsten dat de gevangenschap ervan moet worden beëindigd. Een hoofdrol in die bevrijding spelen de Electi, de uitverkorenen. Zij vermijden alles wat schade kan toebrengen aan het gevangen Licht door een strenge ascese, het oefenen van seksuele onthouding en het vermijden van arbeid, zoals het snijden van groente en plukken van fruit. Voor de verzorging van de electi zijn de auditores, de toehoorders, verantwoordelijk. De electi hielden zich vooral bezig met verkondiging, pastorale zorg, astrologie, missionering en waarzeggerij. De verdeling in twee soorten gelovigen vormde de basis voor een strak hiërarchisch georganiseerde manicheïstische “kerk”.

Het manicheïsme kent onder meer het begrip van reïncarnatie, hoewel deze reïncarnatie soms uitsluitend voorbehouden lijkt aan de persoon van Jezus. In de meeste onderzoeken naar het manicheïsme wordt reïncarnatie echter ook beschouwd als een noodzaak om van toehoorder op te klimmen naar uitverkorene.Unknown-2

Uit de Codex Mani is bekend dat Mani zijn beweging strak organiseerde. Hij zelf stond aan het hoofd als Archegós, aanvoerder, met twaalf leraren. Verder kende het 70 bisschoppen, waarschijnlijk gebaseerd op de betreffende passage uit het Lucas-evangelie alsook 360 presbyters, priesters. De gehele manicheïstische hiërarchie bestond uit electi en nam besluiten op regelmatig gehouden synodes. De inspiratie voor deze straffe organisatie was waarschijnlijk afkomstig van Marcion.

De manicheïsten beschikten over eigen kloosters, waarin heilige geschriften werden geschreven en gekopieerd. Net als Marcion stelde ook Mani zijn canon samen, die een aantal boeken omvatte, echter slechts gedeeltelijk bewaard zijn gebleven.

Aanvankelijk kende deze gemeenschap een grote bloei, tot ver buiten de grenzen van het Perzische rijk, mede door de inzet van de toenmalige heerser Sjapoer I. Na de dood van deze laatste gooide diens opvolger Bahram I het roer om. Op instigatie van de priesterkaste van de Perzische ‘magiërs’, die zich als vertegenwoordigers van de inheemse religie beschouwden, nam Bahram I Mani gevangen. Mani stierf uiteindelijk rond 276 de marteldood in de kerker. De aanhangers van Mani werden sindsdien vervolgd en de oorspronkelijke inheemse godsdienst werd opnieuw ingevoerd als staatsgodsdienst.

Omdat de vervolging door de Perzen tot aan het begin van de Arabische overheersing zou aanhouden, was het gevolg dat de manicheïsten uitweken naar andere streken. Op deze manier kwamen hun aanhangers in de 3e en 4e eeuw terecht in Egypte, in Syrië en in het Romeinse Rijk: in Noord-Afrika, Spanje, zelfs tot in Rome. In het westen stierf het manicheïsme in de 6e eeuw uit, maar restanten van hun denkbeelden bleven bewaard onder de Bogomielen. Aan het begin van de 8e eeuw ontstond in China een manicheïstische kerk en tussen 762 en 840 was het de staatsgodsdienst in het Oeigoerenrijk, waar het pas definitief in de 13e eeuw zou verdwijnen.

Het manicheïsme is niet ontstaan uit het christendom, maar wel in een vergelijkbare historische en geografische context. Het werd pas een concurrent van het christendom nadat het christendom staatsgodsdienst was geworden. In de 4e eeuw bood het manicheïsme de gegoede burgerij van Rome de mogelijkheid om de keizerlijke anti-heidendomwetgeving te omzeilen en de godsdienst van Mani als “christendom van een hogere orde” te omhelzen. het argument daarvoor waren de twee rangordes van gelovigen, de electi en auditores. Waar de eersten ascese moesten oefenen, mochten de laatsten hun wereldlijke levensstijl handhaven.

Tot in de Middeleeuwen werden dualistische ideeën vaak ongenuanceerd als manicheïsme afgedaan. Zo had rond 1150 de kerk de indruk dat de Katharen, of Albigenzen, manicheïstische ideeën predikten, hoewel rechtstreekse invloed op het dualisme van de katharen alleen werd uitgeoefend door de opvattingen van de Bogomielen.

images-7Augustinus van Hippo was negen jaar toehoorder bij het manicheïsme, aan de ascese deed hij niet mee omdat hij geen van de electi was. Uiteindelijk werd hij een van de fanatiekste bestrijders van het manicheïsme. De kerkvader Augustinus (354-430) die nu nog steeds één van de meest invloedrijke inspirators van de katholieke kerk is, was de grote bestrijder van de manicheërs. In scherpe polemieken (33 boeken) heeft hij de “ketterse” manicheïsche leer als het ware in de grond geboord. Nochtans was Augustinus als jonge man zelf aangesloten bij de orde van de manicheërs; hij hoopte er door hun mystieke inzichten de diepste geestelijke geheimen te doorgronden. Maar hij had niet de mystieke gave om te schouwen in de bovenzinnelijke werelden; met zijn rationele denkwijze kon hij geen vat krijgen op de inzichten van de manicheërs. Daarom was hij, gedreven als hij was om binnen te dringen in de regionen van het bovenzinnelijke, genoodzaakt zich af te keren van deze gemeenschap en zich te bekeren tot een meer exoterische strekking binnen het christendom: de katholieke kerk. En sedertdien heeft Augustinus zijn uiterste best gedaan om de “ketterse” stromingen en in de eerste plaats het manicheïsme binnen het christendom te bestrijden.

De manicheërs meenden dat een waar inzicht slechts in de eigen ziel kan gevonden worden, en zij verwerpen alle uiterlijke gezag dat bepaalt wat de mens als waarheid behoort aan te nemen. Zoals de tijdgenoot van Augustinus, bisschop Faustus, een manicheër stelde: “Vanuit een autoriteit kan men geen leer aannemen, wij willen slechts een leer in vrijheid aannemen.” En Mani zegde tot zijn aanhangers:
“Gij moet u afwenden van alle uiterlijke openbaring die u op zintuiglijke wegen houdt ! Afwenden moet gij u van alles wat uiterlijke autoriteit u overlevert, en dan zult gij rijp worden de eigen ziel te aanschouwen !”

De manicheërs zijn er dus van overtuigd dat een waarachtig inzicht enkel kan verworven worden vanuit een volkomen innerlijke vrijheid. Alleen door zulk een verworven vrijheid kan men de allesomvattende liefde opbrengen voor alle wezens en alle schepselen. En die allesomvattende liefde is de absolute grondvoorwaarde in de manicheïsche verlossingsleer.

In GA 104 spreekt ook Rudolf Steiner in dezelfde zin:

“Alleen wanneer ieder Ik zo vrij en zelfstandig is dat het ook niét kan liefhebben, is zijn liefde een volledig in vrijheid gegeven geschenk. Dat is om zo te zeggen het goddelijk wereldplan: dit Ik zo zelfstandig te maken dat het zelfs aan God uit vrijheid en als individueel wezen zijn liefde kan aanbieden. Als de mensen op enigerlei wijze, ook maar in de allergeringste mate, tot liefde zouden kunnen gedwongen worden, dan zou dat betekenen dat zij aan banden van afhankelijkheid worden geleid.”

Dat de manicheïsche opvattingen ten slotte naar de achtergrond van het geestesleven moesten treden (verdwenen zijn zij niet), is eigenlijk evident gezien de opkomst en de bloei van de verstandscultuur in die tijd; Augustinus heeft in zoverre bijgedragen tot het terugdringen van het manicheïsme doordat hij een opmerkelijk representant van deze cultuur was. De huidige tijdgeest, waarin het rationele denken en het materialisme centraal staan, heeft geen boodschap aan de gnostische wijsheid van de manicheërs. Maar in de toekomst zal daarin verandering treden. Laat ons niet vergeten dat van ons cultuurtijdperk, waarin het menselijk zelfbewustzijn uit de diepten van de ziel naar buiten treedt, nog niet eens een derde deel verstreken is.

Daarnaast kan vastgesteld worden dat door het feit dat de naam van de Manicheïsche godsgestalte Jezus vertaald is met de naam van één van de aspecten van de Zoroastrische godsgestalte Ahoera Mazdao, het Zoroastrisme door Mani verchristelijkt is. Mani zegt hiermee impliciet dat de profetie van Zarathustra, die stelt dat de Verlosser uiteindelijk tot de aarde zal afdalen, in Jezus Christus tot vervulling is gekomen.

Hierdoor en vooral door het feit dat Mani tijdens zijn jeugd bij de Elchasaïten in zijn hele ziele-gezindheid Christus op de voorgrond had geplaatst, wordt de conclusie gerechtvaardigd dat het historisch Manicheïsme geen “Perzische fabel” is, zoals Augustinus proclameerde, (hoewel hij anderzijds van de Christelijke deemoed van de Manicheeërs onder de indruk was,) en nog vóór de ontdekking van de Keulse Mani-Codex in 1969 werd aangenomen, maar een Christelijke oorsprong heeft.

Het is ten aanzien van de belangrijke archeologische vondsten van Manicheïsche teksten in deze eeuw, een merkwaardig gezichtspunt te noemen, dat in de Manicheïsche Preek van de Grote Strijd wordt vermeld dat het gehele corpus Manichaeica verloren zal gaan, maar ook weer geheel teruggevonden zal worden.

Het Manicheïsme is een kosmologische Christologie te noemen waarin *Zoroastrische, Griekse, Boeddhistische, Joodse en Joods-Christelijke elementen zijn opgenomen. Het Manicheïsme als bewust *syncretisme is het resultaat van de intentie van Mani om mensen met een geheel verschillend religieuze achter grond van West-Europa tot in Oost-Azië, in staat te stellen Christus, als Verlosser van de innerlijke Christus, te kunnen aannemen. Bovendien zou door de Manicheïsche Christologie duidelijk kunnen worden dat Christus de “Vader der Lichtapostelen” is, waardoor representanten van de wereldgodsdiensten, als de uitdrukking van de leer van Zarathustra, Boeddha en de historische Jezus, elkaar in broederschappelijkheid tegemoet zouden kunnen treden, omdat begrepen wordt dat al deze in verschillende tijdperken optredende Lichtapostelen uiteindelijk gezondenen zijn van de ene Christus in de bovenzinnelijke wereld.

Bron: t9024289688ijdschrift Brug Jan Vermeir

Roland van Vliet:

*Zoroastrisme    =Een zeer oude religie van vuuraanbidders die veel werd aangehangen in Centraal- Azië
*Syncretistische=Het naar elkaar toegroeien van religies
*Eschatologie     =Leer van het einde van de wereld en het laatste oordeel
*Mandaeisme     =Een gnostische geloofsstroming, waarin Johannes de Doper wordt beschouwd als de laatste profeet

MANI’S LICHTSCHAT

Door Anna Wakker.

In 1930 werden in Medinet Madi (Egypte) papyrusresten ontdekt met de teksten van Mani (215-277). Ook in Turfan, Chinees Turkestan, en de zgn. Keulse Mani-codex zijn manichese teksten gevonden.Het manicheisme was van de 3e tot de 10e eeuw verbreid tot in de verste uithoeken van de toen bekende wereld. De lichtboodschap van Mani gaat uit van een christelijke gnosis. Hij getuigt van het bestaan van twee natuurorden: het lichtrijk van de Geest en het duistere rijk van de stof, de hyle.De “Lichtschat van de ziel”, de “lichtkiem” in het menselijk hart, kan ontvankelijk worden voor de krachten uit het Lichtrijk. De aldus bezielde materie zal zo met het licht van de kennis (gnosis),met de Geest worden doordrongen, om de hyle te kunnen overwinnen, te laten versterven en te veranderen. Een opmerkelijke boodschap in onze tijd, waarin de term ontstoffelijking steeds meer gehoord wordt.Mani tot zijn volgelingen:

“Streeft en strijdt, mijne geliefden,
opdat ge schone paarlen zult worden,         omslag Mani. L. Duits kopie (Page 1)
en door de duikers van het Licht,
ten hemel wordt geleid,
zodat gij in een eeuwig leven
vrede zult mogen vinden.

Na de dood van Mani heeft zijn troostrijke leer nog eeuwenlang haar invloed doen gelden, maar uiteindelijk werd de beweging, net als bijvoorbeeld de Bogomielen en de Kartharen, volledig van de aardbodem weggevaagd. Daarom is het zo bijzonder dat deze prachtige teksten zijn teruggevonden en ontsloten voor de lezer van nu.Een bloemlezing hieruit is door de Rozenkruis Pers samengebracht in MANI’S LICHTSCHAT, verlucht met schitterende Manichese miniaturen.

De reactiemogelijkheid hieronder is bedoeld om eventueel een aanvulling te geven, omdat hierboven slechts een aanzet is gegeven om geïnteresseerden enig inzicht te geven in de diverse stromingen. Met dank voor uw bijdrage!

(Totaal aantal bezoeken: 2.239, 1 bezoekers vandaag)
  • Schrijf je in voor de maandelijkse nieuwsbrief van De Verwanten!

Geef een reactie

log in met wachtwoord

Of schrijf een bericht als gast

Uw email adres zal niet worden gepubliceerd.

Wilt u een afbeelding uploaden? Dat kan door middel van de Browse knop aan de bovenzijde, de afbeelding wordt automatisch in bovenstaand bericht geplaatst.

Wilt u een youtube video uploaden? Dat kan door de link van de video in bovenstaand bericht te plakken

Houd mij op de hoogte van nieuwe reacties. Of abonneer jezelf op alle reacties.

Voeg eventueel een afbeelding toe

(2 Reacties)

  1. een leerrijk interview over het manicheïsme : deel 1 https://www.youtube.com/watch?v=iHH_J_QMDvY deel 2 https://www.youtube.com/watch?v=vicaYJv4omU
    Lees meer

    Bijlage:

    een leerrijk interview over het manicheïsme :

    deel 1
    https://www.youtube.com/watch?v=iHH_J_QMDvY

    deel 2
    https://www.youtube.com/watch?v=vicaYJv4omU

    • Jan

      20 maart 2015 om 15:24

      Bedankt Henri voor je bijdrage. Ik had ook gebruik gemaakt van de info van Roland van Vliet. Dit maakt het meer compleet.

Geef een reactie

log in met wachtwoord

Of schrijf een bericht als gast

Uw email adres zal niet worden gepubliceerd.

Wilt u een afbeelding uploaden? Dat kan door middel van de Browse knop aan de bovenzijde, de afbeelding wordt automatisch in bovenstaand bericht geplaatst.

Wilt u een youtube video uploaden? Dat kan door de link van de video in bovenstaand bericht te plakken

Houd mij op de hoogte van nieuwe reacties. Of abonneer jezelf op alle reacties.

Voeg eventueel een afbeelding toe

© 2024 De Verwanten

Website door DunicoBoven ↑

Translate »